Helft Nederlanders doet soms vrijwilligerswerk
Ongeveer de helft van de bevolking van 15 jaar of ouder doet minstens een keer per jaar vrijwilligerswerk. Dat aandeel is al jaren stabiel. Personen van 15 tot 65 jaar die geen betaald werk hebben omdat ze een opleiding volgen of vanwege gezondheidsklachten, doen het minst vaak vrijwilligerswerk. Het aandeel vrijwilligers is het hoogst bij mensen die in deeltijd werken vanwege zorg voor gezin of huishouden. Dat blijkt uit onderzoek van het CBS.
Er zijn grote verschillen. Mensen die deeltijd werken omdat ze ook zorgen voor het gezin of huishouden, zijn de meest actieve vrijwilligers. 40 procent van die groep doet minimaal eens in de maand vrijwilligerswerk. Bij mensen die geen betaald werk doen omdat ze een opleiding volgen of ziek zijn ligt dit anders: ongeveer 20 procent van deze groep verricht minimaal eens in de vier weken vrijwilligerswerk.
In totaal deed 28 procent van de 15-plussers minstens een keer in de maand vrijwilligerswerk.
Ook blijkt er een flinke kloof te zitten tussen hoog- en laagopgeleiden. Uit de enquête blijkt dat van de hoogst opgeleide mensen 60 procent in ieder geval een keer per jaar vrijwillig de handen uit de mouwen steekt. Van de mensen die na de basisschool geen opleiding meer volgden was dat slechts 35 procent.
Ook is er een scheiding tussen mannen en vrouwen te zien in het vrijwilligerswerk dat ze verrichten. Zo blijkt dat vrouwen vaak vrijwilligerswerk verrichten op school (15 procent, tegen 8 procent van de mannen) terwijl mannen juist veel vrijwilligerswerk doen op sportverenigingen (19 procent, tegen 11 procent van de vrouwen).
Mannen en vrouwen doen in totaal bijna even vaak vrijwilligerswerk. 50 procent van de mannen en 49 procent van de vrouwen.
Bron: CBS.