Op TV bij 1vandaag: wat motiveert mensen om vrijwilliger te worden?*
Hulporganisaties dreigen vrijwilligerstekorten op te lopen. Hoe kom je aan meer vrijwilligers? “Als mensen te lang blijven zitten, gaat dat vernieuwing tegen”.
Lange en intensieve inwerktrajecten, heftige telefoongesprekken en buiten werktijd paraat staan. En dat allemaal op vrijwillige basis. Met deze eisen is het misschien niet gek dat er een tekort heerst aan dit soort vrijwilligerswerk. Toch levert het werken als vrijwilliger bij een hulporganisatie ook veel positieve ervaringen op.
Waarom doen mensen vrijwilligerswerk?
Volgens René Bekkers, hoogleraar filantropie aan de Vrije Universiteit Amsterdam, lopen de motieven voor het doen van vrijwilligerswerk uiteen. “Het is voor veel mensen een leerervaring. Dus, je doet iets voor een ander, maar je leert ook iets over het probleem waar je aan werkt.” Het leerproces speelt hier dus een grote rol.
“Of het nou de buurttuin, een klimaatprobleem of hulp aan slachtoffers is, je helpt andere mensen én je leert wat over maatschappelijke problemen.”
Sociale kettingreactie
Hoe men aan de slag gaat als vrijwilliger, is volgens Bekkers erg sociaal gemotiveerd. “De meeste mensen die aan vrijwilligerswerk beginnen doen dat omdat ze in hun omgeving iemand hebben die hen direct daarvoor vraagt.”
In zo’n geval valt er iemand uit en weet je dat er een plek beschikbaar komt waarbij iemand nodig is. “Er is vaak sprake van een sociale kettingreactie bij vrijwilligerswerk”, legt de hoogleraar uit.
Kleine vijver
Bij hulporganisaties, zoals Slachtofferhulp, ligt dit anders. Daarvoor moet je jezelf actief aanmelden, waarna je ook een uitgebreide screening doorloopt. “Je moet daar laten zien dat je niet alleen gemotiveerd bent, maar ook over voldoende vaardigheden beschikt”, vertelt Bekkers.
Tegelijkertijd kunnen deze strengere eisen er volgens hem toe leiden dat het moeilijker is om mensen te vinden. “Er is nou eenmaal een kleinere vijver om uit te vissen, omdat men door die screening heen moet komen.”
Staat goed op je CV
Je kan dus niet zomaar vrijwilliger worden bij zo’n organisatie. Volgens Bekker is deze selectieve toelating van groot belang. “Het is goed dat organisaties de lat hoog leggen. Dat is met opzet, en belangrijk. Het kan ook kwaad doen als je het niet goed doet.”
Maar, het werkt ook als reden om juist wel als vrijwilliger te werken, legt Bekker uit. “Het is ook iets wat je op je CV kunt zetten. Je doet veel vaardigheden op.”
Vrijwilliger of professional?
Toch kan vrijwilligerswerk bij hulporganisaties ook voor de hulpverlener belastend zijn. De heftige gesprekken en soms intense uren kunnen dan hun tol eisen. Bekkers vertelt: “Te veel empathie kan ook mentaal belastend zijn voor dit soort werk. Het kan ook een last opleveren. Het is een subtiele balans van empathie.” Het roept dan ook de vraag op of dit werk niet door professionals gedaan moet worden.
“Je moet als vrijwilliger goed weten waar je grenzen liggen en wanneer je iemand moet doorverwijzen naar een professional”, legt Bekkers uit. “Maar”, vervolgt hij, “je kunt niet al het werk dat bij professionals ligt aan vrijwilligers leggen. Vrijwilliger zijn bij de brandweer is toch echt anders dan brandweer zijn.”
Tekort is van alle tijden
Waarom vrijwilligers verder zo hard nodig zijn, is simpel. “Maatschappelijke organisaties hebben bijna altijd een tekort. Er is altijd behoefte aan nieuwe en meer vrijwilligers”, vertelt Bekkers.
Uit cijfers van het CBS blijkt dat het percentage vrijwilligers weer terug is op het niveau van voor de coronatijd. Vrijwilligerswerk had het zwaar te verduren in deze periode: 22 procent van de Nederlanders was vrijwilliger in het laatste kwartaal van 2020. Dat is inmiddels veranderd: in 2023 had 49 procent zich in de afgelopen 12 maanden tenminste één keer vrijwillig ingezet. “Dat is dus goed nieuws”, vindt Bekkers.
‘IJsmeestersyndroom’
Toch is het niet altijd voordelig als mensen lang bij een organisatie blijven, ook als vrijwilliger. “Als je te lang blijft zitten, dan kan dat ook weer een probleem vormen als je opzoek bent naar vernieuwing.”
Bekkers vertelt dat ruimte bieden aan nieuwe, jonge mensen van belang is. “Ik noem dat het ‘ijsmeestersyndroom’: als er een klein groepje mensen enorm lang blijft hangen, en daarmee vernieuwing wordt tegengehouden.”
Typisch Nederlands?
Volgens Bekkers is het typerend dat we in Nederland zoveel vrijwilligers hebben. “In Nederland hebben we enorm veel maatschappelijke initiatieven. We hebben wel honderdduizenden clubs en verenigingen, die allemaal een bestuur hebben.” Het zit echt in de Nederlandse cultuur, vertelt hij. “Veel overheidszaken zijn begonnen als vrijwilligerswerk, zoals de Waterschappen.”
Om het tekort aan vrijwilligerswerk op te te lossen, noemt Bekkers op om ook een blijk van waardering te geven. Een compliment, een bedankje en goede waardering, kan volgens hem al veel verschil maken.
* Bron: EenVandaag, lees hier het gehele artikel.
Met dit artikel wil Kenniscentrum Vrijwilligers | VrijwilligersAanZet praktische tips geven voor het organiseren van vrijwilligersinzet. Wil je onze gratis maandelijkse nieuwsbrief ontvangen? >> Schrijf je hier in.